2. De centra van Meierijstad

De gemeente Meierijstad is in 2017 ontstaan uit een samenvoeging van de voormalige gemeentes Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel en vormt sindsdien in oppervlak de grootste gemeente van Noord-Brabant

Feiten en cijfers

Ligging

De gemeente Meierijstad is in 2017 ontstaan uit een samenvoeging van de voormalige gemeentes Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel en vormt sindsdien in oppervlak de grootste gemeente van Noord-Brabant. De gemeente omvat nu zowel het beekdal van de Dommel (Sint-Oedenrode) als het beekdal van de Aa (Erp, Veghel). Belangrijke verkeersverbindingen in de gemeente zijn de snelweg A50 tussen Eindhoven en Oss/Nijmegen en haaks daarop de provinciale weg N279 langs de Zuid-Willemsvaart tussen ’s-Hertogenbosch en Helmond.

3-Ligging en inwoners per kern (CBS, 2017)
Ligging en inwoners per kern (CBS, 2017)

Inwoners

De gemeente Meierijstad heeft circa 80.000 inwoners, verdeeld over 13 kernen. Veghel is met circa 26.290 inwoners de grootste kern van de gemeente, gevolgd door Schijndel (ca. 19.640) en Sint-Oedenrode (ca. 11.000). De overige 20% van de inwoners wonen in de kleinere kernen, waarvan Erp met 4.040 inwoners het grootst is, of verspreid in het buitengebied. De bevolking zal naar verwachting tot 2040 met circa 5% toenemen, in lijn met het Nederlandse en Brabantse gemiddelde. Ook qua vergrijzing sluit Meierijstad aan bij de algemene trend: het aandeel 65-plussers zal stijgen van 20% in 2017 tot 30% in 2040.

Huishoudensstijlen

4-Leefstijlen van huishoudens in Meierijstad
Leefstijlen van huishoudens in Meierijstad

Meierijstad is (ondanks de naam) een rurale gemeente: de huishoudensstijlen ‘Goed Stadsleven’ en ‘Jonge Digitalen’ vormen slechts 5% van het totaal in Meierijstad, terwijl deze stedelijke huishoudens nationaal een aandeel van 18% halen. De huishoudens in de categorie ‘Landelijk Leven’ vormen de grootste groep in de gemeente, gevolgd door de aanverwante (plattelands)stijlen ‘Vrijheid en Ruimte’ en ‘Welverdiend genieten’.

De grootste drie kernen verschillen enigszins van karakter. Zo zijn er in Veghel meer modale huishoudens (zowel starters, koopgezinnen en rijpe middenklasse), terwijl er in Sint-Oedenrode opvallend veel welgestelde senioren wonen. Schijndel ligt daar tussenin: hier variëren de huishoudensstijlen van ‘vergrijsde eenvoud’ (oud en arm) tot ‘Kind & Carrière’ (jong en welvarend). In de bijlage vindt u een bijschrijving van de huishoudensstijlen in Meierijstad.

Bestaand aanbod

In deze centrumvisie wordt gefocust op de centra van de drie grootste kernen in de gemeente: Veghel (winkelgebied en cultuurcluster Noordkade), Schijndel en Sint-Oedenrode. Buiten deze hoofdcentra bevinden zich in ieder van de drie kernen (diverse) ondersteunende buurtcentra en is er een aantal grootschalige detailhandelslocaties in het buitengebied (o.a. Poort van Veghel en De Wit in Schijndel). In de nabijheid van Meierijstad zijn enkele grotere centrumgebieden (Uden, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven) die van invloed zijn op de centra van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode. Doordat deze centra een groter en meer divers aanbod kunnen bieden, zijn zij aantrekkelijker voor de hedendaagse consument.

8-Winkelaanbod Meierijstad (geschaald naar m² winkelvloeroppervlak)
Winkelaanbod Meierijstad (geschaald naar m² winkelvloeroppervlak)

Het centrum van Schijndel bestaat uit circa 17.140 m² winkelvloeroppervlak (wvo) en circa 125 publieksgerichte ondernemingen. Het centrum heeft een overzichtelijke structuur met supermarkten aan beide uiteinden van het voetgangersgebied. Opvallend is het ontbreken van een winkel in huishoudelijke artikelen. Sint-Oedenrode heeft met circa 16.200 m² wvo en circa 115 publieksgerichte ondernemingen het kleinste centrum van de drie kernen. EMTÉ* is met circa 1.100 m² wvo momenteel de grootste supermarkt van het centrum. Er zijn echter vergevorderde plannen voor een verplaatsing en vergroting van de huidige AH aan de Markt (nu ca. 840 m² wvo). Opvallend in het centrum van Sint- Oedenrode is het grote aantal en de hoge kwaliteit van de horecaondernemingen.

*EMTÉ is recent overgenomen door Jumbo en Coop. EMTÉ’s worden naar deze formules omgebouwd.

Het centrum van Veghel wordt in het masterplan beschreven als een centrum met twee polen. Met circa 29.060 m² wvo en circa 184 publieksgerichte ondernemingen is het (winkel)centrum van Veghel (incl. Heilig Hartplein, excl. Noordkade) het grootste winkelgebied van de gemeente. Rondom het centrum zijn vier supermarkten gevestigd, waarvan EMTÉ (ca. 2.000 m² wvo) en AH (ca. 1.500 m² wvo) de grootste zijn. De leegstand is met 20% problematisch hoog.

Het kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade vormt als tweede centrumpool een bijzonder (centrum)gebied binnen de gemeente. Het industriële erfgoed van de CHV-veevoederfabriek is getransformeerd aan de hand van de thema’s Cultuur en Food. De Noordkade herbergt momenteel een aantal evenementenlocaties, diverse culturele functies (waaronder theater, jongerencentrum en bioscoop) en de ‘Proeffabriek’: een verzameling grote en kleine food-ondernemingen rondom een foodcourt, waaronder een Jumbo Foodmarkt van circa 2.900 m² wvo.

9-aanbod per centrumgebied
Aanbod per centrumgebied (in m² winkelvloeroppervlak)*
* van Cultuur en ontspanning en Dienstverlening (zie hieronder) is geen vloeroppervlak beschikbaar

10-Aanbod per centrumgebied (in aantal verkooppunten)
Aanbod per centrumgebied (in aantal verkooppunten)

Bestaand beleid

(Boven)lokaal dorpscentrum

De beleidsstukken die direct betrekking hebben op de centra van de drie voormalige gemeentes zijn alle opgesteld in de periode 2009-2010 en zijn met name ingegeven vanuit de detailhandel:

  • Detailhandelsvisie Schijndel (2010)
  • Detailhandelsvisie en centrumvisie Sint- Oedenrode (2010)
  • Veghel, detailhandelsvisie (2009)
  • Masterplan Veghel Centrum 2030 (2010)
  • Masterplan CHV-terrein (2010)

In alle drie de detailhandelsvisies wordt het (historische) centrum van de kern neergezet als het hoofdwinkelgebied met een verzorgingsfunctie voor de eigen gemeente. Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel worden in geen van de visies als concurrenten van elkaar gezien. Wel wordt in alle gevallen gekeken naar de invloed van de grotere centra in de directe omgeving, zoals ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Uden.

De enige uitzondering hierop is de ambitie van de voormalige gemeente Sint-Oedenrode om de regionale aantrekkingskracht van het eigen centrum te vergroten. In de centrumvisie is deze ambitie echter niet omgezet in (functioneel-ruimtelijk) beleid. Er is dus in de bestaande visies van de drie voormalige gemeentes geen sprake van grote tegenstrijdigheden in het beleid voor de huidige gemeente Meierijstad.

Veghel: een centrum met 2 polen?

Sinds 2009 is er in Veghel ingezet op een centrum dat bestaat uit twee complementaire polen: het winkelgebied aan de oostzijde van de Aa en het cultuurcluster Noordkade in het westen. Nu het voormalige CHV-terrein aan de Noordkade verder ontwikkeld is, blijkt dat dit gebied in potentie een regionale aantrekkingskracht heeft door de unieke (hoogwaardige) uitstraling en door de clustering van culturele en overige leisurefuncties.

De vraag rijst of er nog wel sprake is van één centrum met twee complementaire polen of dat er inmiddels twee zelfstandige centrumgebieden zijn ontstaan, die ieder op een ander schaalniveau en met een ander bezoekmotief opereren?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er in het kader van deze centrumvisie aanvullend veldwerk uitgevoerd. In de volgende paragraaf worden de resultaten van dit onderzoek nader toegelicht.

Bezoekersonderzoek

Om de centrumstructuur van de samengestelde gemeente beter te kunnen duiden, is er een online enquête gehouden en heeft er passantenonderzoek plaatsgevonden in de drie hoofdcentra en op de Noordkade in Veghel. Hiermee is onderzocht of er in de gemeente Meierijstad sprake is van enige uitwisseling of overlap van bezoekers tussen de verschillende centra in het algemeen, en tussen de Noordkade en het winkelcentrum van Veghel in het bijzonder.

11-Bezoekersonderzoek Noordkade

De Noordkade

Tijdens passanteninterviews is aan bezoekers van de Noordkade gevraagd of zij het bezoek combineerden met een bezoek aan het winkelcentrum van Veghel. Dit was bij 16% van de bezoekers het geval. Andersom combineerde 9% van de geïnterviewde passanten het bezoek aan het centrum met een bezoek aan de Noordkade. Er is dus een beperkte directe relatie tussen beide locaties.

De Noordkade trekt procentueel meer bezoekers van buiten Meierijstad dan de andere centra in de gemeente. Zo’n 32% van de passanten die op de Noordkade is ondervraagd kwam van buiten de gemeente, terwijl dit percentage in de andere centra rondom de 17% lag. Uit de reacties op de online enquête blijkt dat de helft van de respondenten (die de Noordkade wel eens bezoeken), hier niet vaker dan één keer per maand komt. Dit deel van de bezoekers bezoekt dus slechts af en toe een van de (leisure-)functies in het gebied.

Opvallend is dat de andere helft van de bezoekers juist wel regelmatig naar de Noordkade komt, om boodschappen te doen. Onder respondenten uit Veghel is dit zelfs driekwart. De Jumbo Foodmarkt heeft hier dus (onder andere) een functie als lokale ‘buurtsuper’. De gemiddelde verblijfsduur die tijdens het passantenonderzoek is gemeten ligt hierdoor, met circa 30 minuten, vrij laag.

In de online enquête is vervolgens ook gevraagd naar de belangrijkste bezoekreden(en): waarom wordt een bepaalde locatie regelmatig bezocht? Uit de resultaten kan worden opgemaakt dat de Noordkade niet zozeer de dichtstbijzijnde (centrum/boodschappen)locatie is, maar dat juist de sfeer (uitstraling, gezelligheid, etc.) een belangrijke bezoekreden vormt. Deze ‘hippe’ uitstraling kan de gemiddeld lagere leeftijd van de Noordkade-bezoekers verklaren.

12-Bezoekersonderzoek dorpscentra

De dorpscentra

De drie dorpscentra worden met name door de eigen inwoners bezocht. Bijna alle respondenten van de online enquête (gem. 97%) komen minimaal één keer per maand in het eigen centrum. Deze cijfers worden ondersteund door het passantenonderzoek in de centra. In Schijndel en Sint-Oedenrode komt circa 80% van de ondervraagde bezoekers uit de eigen kern. In Veghel is dit 70%, doordat hier een grotere toestroom is vanuit de omliggende dorpen in de gemeente (bijv. Erp) en daarbuiten (o.a. Heeswijk-Dinther). Voor alle drie de centra geldt dat het merendeel van de respondenten het centrum bezoekt omdat dit het dichtstbijzijnde (winkel)centrum is.

Er is wel enige uitwisseling tussen de dorpen. Zo geeft bijvoorbeeld 15% van de online respondenten uit Schijndel aan dat zij maandelijks of vaker het centrum van Sint- Oedenrode bezoeken. Andersom ligt het percentage iets hoger: 29%. Deze Rooise bezoekers komen vooral naar Schijndel voor een doelgerichte aankoop. Gemiddeld komt circa 40% van de bezoekers met de auto naar het centrum, de overige bezoekers komen per fiets of te voet. De gemiddelde verblijfsduur ligt in Schijndel en Sint-Oedenrode op ongeveer één uur, in Veghel op 50 minuten.

In Veghel en Sint-Oedenrode vormt het doen van een doelgerichte aankoop of een dagelijkse boodschap het belangrijkste bezoekmotief (zo’n tweederde van de respondenten in de online enquête). In Schijndel wordt ook ‘recreatief’ geshopt, dus zonder duidelijk aankoopdoel vooraf. De horeca wordt met name in Sint- Oedenrode als bezoekmotief genoemd.

Het centrum van Sint-Oedenrode scoort hoog op aantrekkelijkheid, zo blijkt uit de reacties. “De historische kern”, “mooie ligging” en “gezellige terrasjes” worden bijvoorbeeld genoemd als sterke punten van dit centrum. Het centrum van Schijndel wordt met name geprezen om de “overzichtelijkheid” en de “dorpse sfeer”. Beide centra (Schijndel en Sint-Oedenrode) kunnen dan ook een mooi rapportcijfer presenteren: gemiddeld krijgen zij een 7,3.

Het centrum van Veghel krijgt echter een onvoldoende: gemiddeld een 5,2. Van de respondenten die dit centrum regelmatig bezoeken geeft maar de helft een voldoende. Uit de reacties blijkt dat men het centrum van Veghel niet aantrekkelijk vindt. De huidige leegstand in het centrum wordt hierbij het meest aangehaald als het zwakke punt.

Trends en ontwikkelingen

Veranderende wereld

De toekomstige positie van de centra van Meierijstad hangt ook af van landelijke marktontwikkelingen en verschuivingen in consumentengedrag. Zowel de winkel- als horecasector zijn de afgelopen jaren behoorlijk gewijzigd en zullen ook de komende jaren nog blijven veranderen. Op de volgende pagina’s zijn aan de hand van twee centrumtypes (het ‘oude’ lokale dorpscentrum en het ‘nieuwe’ stedelijke culturele cluster) enkele belangrijke landelijke ontwikkelingen die voor Meierijstad relevant zijn, samengevat.

13-Verandering aankoopgedrag
Verandering aankoopgedrag

Verandering centrumfunctie

14-Verandering centrumfunctie

Door toename van internetwinkelen en de daaropvolgende faillissementsgolf onder winkelketens in de niet-dagelijkse sector (het kleurloze middensegment), is het belang van winkels in centra afgenomen. Veel centra transformeren nu van ‘place to buy’ naar ‘place to be’. Bij deze transitie spelen naast horeca en winkels in de dagelijkse sector (food) ook andere sociaal-maatschappelijke en culturele centrumfuncties een belangrijke rol.

Het oude centrum: dorps en eigen

De centra van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel zijn drie (boven)lokale dorpscentra. Deze (historische) centra liggen voor veel consumenten dicht bij huis en vormen een vanzelfsprekend onderdeel van de eigen vertrouwde leefomgeving. Hierdoor ontstaat een ‘dorpse’ sfeer waarin bekenden elkaar ontmoeten.

Het dagelijkse boodschappencentrum

Landelijk gezien hebben dorpscentra en grotere wijkcentra in de huidige marktomstandigheden een goede positie vanwege de nabijheid, het bezoekgemak en de nadruk op levensmiddelen (supermarkt) en frequente niet-dagelijkse producten. Het kwetsbare niet-dagelijkse winkelaanbod heeft echter, net als in alle andere centra, te maken met teruglopende bestedingen.

Onderscheidend vermogen

Servicesfeer en beleving zijn hierbij belangrijke begrippen waarmee het lokale dorpscentrum zich kan onderscheiden van online verkooppunten. Wanneer het centrumgebied meerwaarde weet te bieden ten opzichte van internet, bijvoorbeeld door een hoge service of een sterke lokale klantenbinding, is er sprake van een toekomstbestendig centrum dat relevant is voor de hedendaagse consument.

Nieuwe kansen voor dorpscentra liggen in een verbreding van hun maatschappelijke functie. De centra zijn altijd al de plek geweest waar consumenten vaak naar toe gaan. Dit kan verder worden uitgebouwd met een verbreding van het functieaanbod, zoals bijvoorbeeld met meer horeca, cultuur, zorg, leisure, werken én wonen. Het centrum wordt dan de plek waar inwoners voor nagenoeg alles terecht kunnen.

Supermarkten worden gemiddeld steeds groter. Kleinschalige aanbieders verdwijnen uit de structuur (doelgroepconcepten zoals Ekoplaza en kleine stadssupers daargelaten). Vooral het aantal supermarkten van 1.200 tot 2.000 m² wvo groeit. Deze maat sluit goed aan op consumentenbehoeften (ruime opzet en assortiment), maar vraagt ook om een nog groter verzorgingsgebied (> 6.000 inwoners). Supermarkten verbreden hun services (bijv. stomerij) en assortimenten (bijv. vers), waardoor bestaande zelfstandige ondernemers beconcurreerd worden. Het aantal bakkers en slagers neemt bijvoorbeeld al jaren af.

19-Profiel gemiddelde bezoeker in Nederland

De rol van supermarkten in centra

Voor kleine en middelgrote centrumgebieden zijn supermarkten van groot belang. Met ± 80% marktaandeel in de dagelijkse sector zijn supermarkten de basis bij het boodschappen doen en bepalen zij de keuze van een consument voor een winkelgebied. Een eigentijdse supermarkt van 1.200 m² wvo tot 1.500 m² wvo trekt ten minste 10.000 bezoekers per week. Overige winkels kunnen van deze publiekstrekkers profiteren. Hierbij zijn onderlinge afstand en zichtrelatie van belang.

Het nieuwe centrum: vermaak en beleving

Naast drie (boven)lokale dorpscentra beschikt Meierijstad met de Noordkade ook over een bijzonder ‘nieuw’ centrumgebied, waar beleving van de thema’s Food en Cultuur centraal staat. Dit concept past goed binnen de wensen van de hedendaagse (digitale) centrumbezoekers.

De opkomst van een sterke beeldcultuur (Facebook, Instagram, YouTube) maakt dat men bereid is moeite te doen voor een onderscheidende beleving. Gebieden of gebouwen met bijzondere uitstraling, historie of locatie (plekken met een verhaal) zijn dan ook geliefd. Industrieel erfgoed heeft hierbij een sterke aantrekkingskracht op avontuurlijke ondernemers en consumenten.

Altijd en overal in contact

Culturele, leisure- en horecafuncties vormen als ontmoetings- en belevingslocatie steeds vaker het visitekaartje van een centrum. De winkels zijn minder dominant in het straatbeeld. Door de invloed van sociale media en smartphones verdwijnt met name onder jongeren de behoefte aan een vaste ontmoetingsplek en -tijd. Vooral food- en/of muziekfestivals en spontane feestjes zijn populair.

Sociale media stimuleren het delen van (unieke) ervaringen en geven de ruimte om te laten zien welke levensstijl men nastreeft. Het ‘consumeren van de eigen identiteit’ wordt door de toename aan vrije tijd én de komst van de sociale media verder uitvergroot. Zeer specifieke en authentieke concepten worden mogelijk, doordat vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht op beoordelings- en vergelijkingssites (voor en door de kritische consument).

Toekomstige voorzieningenstructuur

Het beste van twee werelden

Meierijstad presenteert zich (o.a. in MvM) als een ‘dorpenstad’ met het beste van twee werelden.

21-toekomstige centrumstructuur

“Enerzijds het dorpse karakter, waar mensen dicht bij elkaar zijn, elkaar kennen en voor elkaar zorgen.”

“Anderzijds een sterke economische motor, goede recreatieve mogelijkheden en ‘stadse’ voorzieningen.”

Deze ambitie heeft gevolgen voor de centrumstructuur in de gemeente. De drie grootste kernen hebben ieder slechts draagvlak voor een lokaal dorpscentrum. De stedelijke component moet komen van de Noordkade, waar het industriële erfgoed ingezet wordt om een meer stedelijk milieu van (creatieve) bedrijvigheid te creëren. Deze locatie heeft dan ook de potentie om het lokale verzorgingsgebied te ontstijgen en uit te groeien tot een gemeentelijk of zelfs regionaal centrumgebied.

In Veghel wordt het oude tweepolenbeleid dus doorbroken: het gebied ten oosten van de Aa fungeert als lokaal dorpscentrum voor dagelijkse behoeften, terwijl de Noordkade kan uitgroeien tot een (cultureel/leisure)centrum voor Meierijstad.

Een stad van drie dorpen

Op basis van de getoonde feiten en cijfers, bestaand beleid, bezoekersonderzoek en actuele trends en ontwikkelingen mag geconcludeerd worden dat de drie grootste kernen van Meierijstad ieder beschikken over een duidelijk hoofdcentrum voor het eigen verzorgingsgebied. Er is op dit moment geen enkele aanleiding om enige hiërarchie aan te brengen tussen de dorpscentra van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel: ieder van de centra functioneert solitair ten opzichte van de andere twee. Met het dorpscentrum van Veghel wordt in dit geval nadrukkelijk alleen het centrumgebied ten oosten van de Aa (tussen Markt en Meijerijplein) bedoeld.

Qua profilering van de drie centra zal vooral aansluiting moeten worden gezocht bij het eigen verzorgingsgebied (leefstijlen) en het eigen dorpse karakter (historie, ruimtelijke kwaliteit). Doordat deze combinatie van factoren voor ieder dorp uniek is, zullen de dorpen elkaar automatisch aanvullen. Wanneer ieder van de dorpscentra zich primair richt op het eigen verzorgingsgebied zal er nauwelijks (onnodige) onderlinge concurrentie ontstaan.

De primaire focus op het eigen verzorgingsgebied betekent dat het belang van de dagelijkse (boodschappen)voorzieningen verder toeneemt. Supermarkten worden waar mogelijk ingezet als publiekstrekkers voor overige centrumfuncties. Dit combinatiebezoek heeft meerwaarde voor (met name niet-dagelijkse) winkels (gezien de verwachte toename van het internetwinkelen). Centrumondernemers kunnen hun positie verder versterken door een hoge service en een sterke lokale binding: voorzieningen in het centrum van het dorp moeten voor de eigen inwoner herkenbaar en vertrouwd aanvoelen.

Dit geldt niet alleen voor de detailhandel: juist het totaalplaatje van passend aanbod in winkels, horeca, cultuur, ambacht, zorg en dienstverlening maakt het centrum tot een echt dorpshart.

Het stedelijke cultuurcluster

Naast de vertrouwde en herkenbare dorpscentra wil Meierijstad haar inwoners ook ‘stadse’ voorzieningen bieden. De Noordkade, voorheen de ‘tweede centrumpool’ van Veghel, is inmiddels uitgegroeid tot een (stedelijke) ontmoetings-en vermaaklocatie die de eigen kern overstijgt. Op deze locatie zijn functies mogelijk, zoals een theater (650 stoelen), evenementenlocatie of bioscoop, die in een van de losse kernen niet zouden kunnen bestaan. Deze stedelijke voorzieningen vormen een belangrijke plus voor jongeren en andere ‘stadse’ huishoudensstijlen om in de landelijke gemeente te blijven of zelfs hier naar toe te trekken. Meierijstad heeft reeds een sterke economische positie met bedrijven die een wereldwijde reputatie genieten. Nu is het zaak om de juiste (ruimtelijke) balans te vinden tussen wonen, werken en leven.

Juist op de Noordkade wordt de bedrijvigheid voelbaar en zichtbaar. De prioriteit ligt hier dan ook in het ‘afmaken’ van het gebied met (kleinschalige) bedrijvigheid en woonfuncties, zodat het terrein daadwerkelijk een stedelijke mix van functies krijgt. Qua programmering blijft het huidige beleid in stand: in principe geen detailhandel, wel leisurefuncties die aansluiten bij de lokale bedrijvigheid in de sectoren food en cultuur (zie verder hoofdstuk 6).

Een duurzame centrumstructuur

Door voort te bouwen op de bestaande centrumgebieden wordt op duurzame wijze invulling gegeven aan de gemeentelijke voorzieningenstructuur. Zo leidt de versterking van de lokale (compacte) dorpscentra tot een vermindering van het aantal verkeersbewegingen en wordt een centrumbezoek per fiets bijvoorbeeld aantrekkelijker. Ook de herbestemming van het industriële erfgoed van de Noordkade is een voorbeeld van duurzaam ruimtegebruik.